Translations for „tillen“ in the Dutch » German Dictionary

til·len¹ <tilde, h. getild> [tɪlə(n)] VB trans

1. tillen (opheffen):

tillen

hochheben

tillen

(auf)heben

2. tillen fig inf (oplichten):

tillen

prellen

tillen

übervorteilen

til·len² <tilde, h. getild> [tɪlə(n)] VB intr

tillen

heben

zwaar tillen aan iets fig

etw schwernehmen

ergens niet (zo) zwaar aan tillen fig

eine Sache nicht (so) problematisch sehen

Usage examples with tillen

zwaar tillen aan iets fig

etw schwernehmen

zich een breuk aan iets tillen

sich dat einen Bruch an etw dat heben

ergens niet (zo) zwaar aan tillen fig

eine Sache nicht (so) problematisch sehen