Dutch » German

Translations for „verblijven“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ver·blij·ven <verbleef, h./i. verbleven> [vərblɛivə(n)] VB intr

1. verblijven:

verblijven (vertoeven)
verblijven (logeren)

2. verblijven (onderdak hebben, wonen):

verblijven

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski