Translations for „vernünftiger“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

ver·nuf·tig <vernuftige, vernuftiger, vernuftigst> [vərnʏftəx] ADJ

1. vernuftig:

vernuftig (personen)

erfinderisch

vernuftig (scherpzinnig)

scharfsinnig

2. vernuftig (zaken):

vernuftig

(wohl) durchdacht

een vernuftig apparaatje

ein (wohl) durchdachter Apparat

ver·nie·ti·gen <vernietigde, h. vernietigd> [vərnitəɣə(n)] VB trans

1. vernietigen (verwoesten):

vernietigen

vernichten

vernietigen

zerstören

2. vernietigen (tenietdoen):

vernietigen

für nichtig erklären

vernietigen

annullieren form

een vonnis vernietigen

ein Urteil für nichtig erklären

be·gun·sti·ger <begunstiger|s> [bəɣʏnstəɣər] N m

begunstiger

Gönner m

begunstiger

Förderer m

begunstiger van de kunst

Kunstförderer

ver·gif·ti·gen <vergiftigde, h. vergiftigd> [vərɣɪftəɣə(n)] VB trans

vergiftigen

vergiften

iem/iets vergiftigen

jdn/etw vergiften

vijf·ti·ger <vijftiger|s> [fɛiftəɣər] N m

vijftiger

Fünfziger m inf

vijftiger

Mann m von etwa fünfzig Jahren

ver·de·di·ger <verdediger|s> [vərdedəɣər] N m

1. verdediger:

verdediger (beschermer, voorstander)

Verteidiger m

verdediger (mening)

Vertreter m

2. verdediger:

verdediger (advocaat)

Verteidiger m

verdediger (in strafzaken)

Strafverteidiger m

3. verdediger (sport):

verdediger

Verteidiger m

verdediger

Abwehrspieler m

ver·ste·vi·ger <versteviger|s> [vərstevəɣər] N m

versteviger

Festiger m