Translations for „vervreemden“ in the Dutch » German Dictionary

ver·vreem·den¹ <vervreemdde, i. vervreemd> [vərvremdə(n)] VB intr

vervreemden (vreemd worden aan)

sich entfremden

vervreemden (elkaar)

sich auseinanderleben

de kinderen zijn van hem vervreemd

die Kinder haben sich ihm entfremdet

ver·vreem·den² <vervreemdde, h. vervreemd> [vərvremdə(n)] VB trans

1. vervreemden (overdragen):

vervreemden

veräußern

2. vervreemden (afkerig maken):

vervreemden

entfremden

zich vervreemden van iem/iets

sich jdm/einer Sache entfremden

Usage examples with vervreemden

zich vervreemden van iem/iets

sich jdm/einer Sache entfremden