Translations for „zedenmeesteres“ in the Dutch » German Dictionary

leer·mees·te·res N f

leermeesteres feminine form of leermeester

See also leermeester

leer·mees·ter <leermeester|s> [lermestər] N m

leermeester

Lehrer m

leermeester form

Lehrmeister m

pen·ning·mees·te·res N f

penningmeesteres feminine form of penningmeester

See also penningmeester

pen·ning·mees·ter <penningmeester|s> [pɛnɪŋmestər] N m

penningmeester

Kassenwart m

penningmeester

Schatzmeister m

mees·te·res <meesteres|sen> [mestərɛs] N f

meesteres

Meisterin f

meesteres

Herrin f

meesteres

Gebieterin f form

ha·ven·mees·ter <havenmeester|s> [havə(n)mestər] N m

havenmeester

Hafenmeister m

hek·sen·mees·ter <heksenmeester|s> [hɛksəmestər] N m

heksenmeester

Hexenmeister m

heksenmeester fig

Tausendkünstler m inf hum

over·mees·te·ren <overmeesterde, h. overmeesterd> [ovərmestərə(n)] VB trans

overmeesteren

überwältigen

overmeesteren

bezwingen

door wanhoop overmeesterd

von Verzweiflung übermannt

door drift overmeesterd worden fig

von Jähzorn überwältigt werden

ze·den·leer [zedə(n)ler] N f geen pl

zedenleer

Sittenlehre f

ze·den·mis·drijf <zeden|misdrijven> [zedəmɪzdrɛɪf] N nt

zedenmisdrijf

Sexualverbrechen nt

zedenmisdrijf

Sittlichkeitsdelikt m

ze·den·wet <zedenwet|ten> [zedə(n)wɛt] N f

zedenwet

Moralgesetz nt

ze·den·preek <zeden|preken> [zedə(n)prek] N f

zedenpreek

Moralpredigt f

ze·den·po·li·tie [zedə(n)poli(t)si] N f geen pl

zedenpolitie

Sittenpolizei f

pries·te·res <priesteres|sen> [pristərɛs] N f

priesteres feminine form of priester

See also priester

pries·ter <priester|s> [pristər] N m

priester

Priester m