Translations for „Fabio“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈfar·big [ˈfarbɪç] ADJ

1. farbig (bunt):

farbig

kleurig

farbig

kleurrijk

farbig

bont

ein farbiges Bild

een kleurig beeld

2. farbig (gefärbt):

farbig

kleurig

farbig

gekleurd

farbiges Glas

gekleurd glas

3. farbig (Hautfarbe betreffend):

farbig

gekleurd

farbig

niet blank

4. farbig fig (anschaulich):

farbig

kleurrijk

farbig

levendig

eine farbige Schilderung

een kleurige [o. levendige] beschrijving

ˈCa·brio <Cabrio(s), Cabrios> [ˈkaːbrio] N nt

Cabrio

cabrio(let)

ˈKa·brio N nt

Kabrio → Cabrio

See also Cabrio

ˈCa·brio <Cabrio(s), Cabrios> [ˈkaːbrio] N nt

Cabrio

cabrio(let)

Fa·ˈbrik <Fabrik, Fabriken> [faˈbriːk] N f

1. Fabrik:

Fabrik

fabriek ook fig.

Fabrik

bedrijf nt

in der Fabrik arbeiten inf

in de fabriek werken

2. Fabrik:

Fabrik

fabriek(sgebouw)

3. Fabrik:

Fabrik

fabriek(spersoneel)