Translations for „Mitverschworene“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈMit·ver·schul·den N nt

Mitverschulden

gedeeltelijke schuld

Mitverschulden

medeschuldigheid

ver·ˈschwö·ren VB refl irreg

1. verschwören:

verschwören

samenzweren

verschwören

conspireren

verschwören

samenspannen

2. verschwören:

verschwören

zich geheel wijden aan

verschwören

zich volledig inzetten voor

ge·ˈschwo·ren [gəˈʃvoːrən] VB

geschworen pp von schwören¹, schwören²

See also schwören , schwören

ˈschwö·ren² <schwor, geschworen> [ˈʃvøːrən] VB intr

schwören

zweren

er schwört auf seinen Hausarzt

hij zweert bij zijn huisarts

ˈschwö·ren¹ <schwor, geschworen> [ˈʃvøːrən] VB trans

schwören

zweren

schwören

een eed afleggen [o. doen]

Stein und Bein schwören inf

bij hoog en (bij) laag zweren

ver·ˈschwol·len [fɛɐ̯ˈʃvɔlən] ADJ

verschwollen

(op)gezwollen

ver·ˈschwom·men [-ˈʃvɔmən] ADJ

verschwommen (unklar)

vaag

verschwommen (unklar)

wazig

verschwommen (undeutlich)

onduidelijk

ˈZeit·ver·schwen·dung N f

Zeitverschwendung → Zeitvergeudung

See also Zeitvergeudung

ˈZeit·ver·geu·dung N f kein pl

Zeitvergeudung

tijdverspilling

Zeitvergeudung

tijdverkwisting

ˈMit·ver·ant·wor·tung N f

Mitverantwortung

gedeelde [o. gedeeltelijke] verantwoording [o. verantwoordelijkheid]