Translations for „bellenblazen“ in the German » Dutch Dictionary

ˈGal·len·bla·se N f

Gallenblase

galblaas

ˈWel·len·bad N nt

Wellenbad

golf(slag)bad

ˈEl·len·bo·gen N m

Ellenbogen → Ellbogen

See also Ellbogen

ˈEll·bo·gen <Ellbogens, Ellbogen> [ˈɛlboːgn̩] N m

Ellbogen

elleboog

keine Ellbogen haben

zich niet weten te handhaven

ˈSei·fen·bla·se N f

Seifenblase

zeepbel

Seifenblasen machen

zeepbellen blazen

seine Hoffnungen zerplatzten wie Seifenblasen fig

al zijn hoop spatte [o. barstte] als een zeepbel uiteen

ˈWel·len·bre·cher N m

Wellenbrecher

golfbreker

ˈbel·len¹ [ˈbɛlən] VB trans

bellen

blaffen

Ta·ˈbel·len·füh·rer(in) N m(f) SPORTS

Tabellenführer(in)

lijstaanvoerder(lijstaanvoerster) m (f)

Tabellenführer(in)

koploper(koploopster) m (f)

Ta·ˈbel·len·spit·ze N f SPORTS

Tabellenspitze

eerste plaats op de (rang)lijst

ˈFei·gen·blatt N nt

Feigenblatt

vijgenblad