Translations for „entpflichtend“ in the German » Dutch Dictionary

ˈbei·pflich·ten [ˈb͜aipflɪçtn̩] VB intr

1. beipflichten (zustimmen):

beipflichten

instemmen met

beipflichten

zijn instemming betuigen met

2. beipflichten (übereinstimmen):

beipflichten

het eens zijn met

beipflichten

kunnen meegaan met

beipflichten

bijvallen

3. beipflichten (bestätigen):

beipflichten

instemmend zeggen

beipflichten

beamen

beipflichten

bevestigen

ver·ˈpflich·ten¹ [fɛɐ̯ˈ͜pflɪçtn̩] VB trans

1. verpflichten (einen Eid ablegen):

verpflichten

(plechtig) laten beloven

verpflichten

de eed laten afleggen

2. verpflichten (dankbar):

verpflichten

verplichten

ich bin dir sehr verpflichtet

ik ben je erg dankbaar

ich bin Ihnen zu Dank verpflichtet

ik ben u dank verschuldigd

verpflichtende Zusage

bindende toezegging

3. verpflichten THEAT (engagieren):

verpflichten

engageren

verpflichten

contracteren

ent·ˈrich·ten [-ˈrɪçtn̩] VB trans ADMIN

entrichten liter

voldoen

entrichten liter

betalen

ent·ˈmach·ten [ɛntˈmaçtn̩] VB trans

entmachten

uit de macht ontzetten

ent·ˈrech·ten [-ˈrɛçtn̩] VB trans

entrechten

van zijn rechten beroven

entrechten

ontrechten

ˈGurt·pflicht N f

Gurtpflicht → Gurtzwang

See also Gurtzwang

ˈGurt·zwang N m

Gurtzwang

verplichting tot het omdoen van een veiligheidsgordel

ˈHaft·pflicht N f inf AUTO

Haftpflicht (Versicherung, Schadenersatzpflicht)

wettelijke aansprakelijkheid (tegenover derden)

ˈein·leuch·tend ADJ

einleuchtend

helder

einleuchtend

duidelijk

einleuchtend

plausibel

ˈDienst·pflicht N f

Dienstpflicht

plicht(en) van het dagelijkse werk

ˈhaft·pflich·tig ADJ

haftpflichtig

wettelijk aansprakelijk

ˈWehr·pflicht <Wehrpflicht> N f kein pl

Wehrpflicht

dienstplicht