Translations for „valsspeler“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈBrüs·se·ler [ˈbrʏsəlɐ] ADJ inf

Brüsseler Kohl inf

spruitjes

Brüsseler Spitzen

Brusselse kant

ˈStamm·spie·ler N m SPORTS

Stammspieler

kernspeler

ˈFuß·ball·spie·ler(in) N m(f)

Fußballspieler(in)

voetbalspeler(voetbalspeelster) m (f)

Fußballspieler(in)

voetballer(voetbalster) m (f)

ˈTen·nis·spie·ler(in) N m(f)

Tennisspieler(in)

tennisser(tennisster) m (f)

Tennisspieler(in)

tennisspeler(tennisspeelster) m (f)

Er·ˈsatz·spie·ler(in) N m(f) SPORTS

Ersatzspieler(in)

invaller(invalster) m (f)

Ersatzspieler(in)

reserve m en f

ˈKar·ten·spie·ler(in) N m(f)

Kartenspieler(in)

kaartspeler(kaartspeelster) m (f)

ˈSchach·spie·ler(in) N m(f)

Schachspieler(in)

schaakspeler(schaakspeelster) m (f)

Schachspieler(in)

schaker(schaakster) m (f)

ˈMit·spie·ler(in) N m(f)

Mitspieler(in) THEAT, SPORTS

andere speler(andere speelster) m (f)

Mitspieler(in) THEAT, SPORTS

medespeler(medespeelster) m (f)

ˈSchau·spie·ler(in) N m(f) a. CINE

Schauspieler(in)

acteur(actrice) m (f)

Schauspieler(in)

toneelspeler(toneelspeelster) m (f) ook fig.

ˈFilm·schau·spie·ler(in) N m(f)

Filmschauspieler(in)

filmspeler(filmspeelster) m (f)

Filmschauspieler(in)

filmacteur(filmactrice) m (f)

Kas·ˈset·ten·spie·ler N m

Kassettenspieler

cassetterecorder