Dutch » German

Translations for „aufgewachsen“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

Show summary of all matches

af·wach·ten: verb
ge·was·sen: adjective and adverb
on·ge·was·sen: adjective and adverb
op·ge·was·sen: adjective and adverb

You are viewing results spelled similarly: afwachten , opgewassen , ongewassen and gewassen

af·wach·ten <wachtte af, h. afgewacht> [ɑfwɑxtə(n)] VB trans

ge·was·sen¹ [ɣəwɑsə(n)] ADJ

Tusch-

een gewassen tekening

eine Tuschzeichnung

on·ge·was·sen [ɔŋɣəwɑsə(n)] ADJ

op·ge·was·sen [ɔpxəwɑsə(n)] ADJ

tegen elkaar opgewassen zijn

einander ebenbürtig sein

tegen iem/iets (niet) opgewassen zijn

jdm/einer Sache (nicht) gewachsen sein

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski