Translations for „kleed“ in the Dutch » German Dictionary

kleed <kleden> [klet] N nt

1. kleed:

kleed (op tafel e.d.)

Decke f

kleed (vloerkleed)

Teppich m

2. kleed (kledingstuk voor mannen):

kleed

Gewand nt

Usage examples with kleed

een kleed over de tafel leggen

eine Decke über den Tisch legen

het kleed schuift van de tafel af

das Tischtuch rutscht vom Tisch herunter

een tafel met een kleed er overheen

ein Tisch mit einer Decke darüber