Translations for „overheen“ in the Dutch » German Dictionary

over·heen [ovərhen] ADV

1. overheen (over iets uitgespreid):

overheen

über

een tafel met een kleed er overheen

ein Tisch mit einer Decke darüber

2. overheen (uitstekend):

overheen

über

zijn benen hingen daar overheen

seine Beine hingen darüber

3. overheen (boven over iets heen):

overheen

über

overheen fig

hinweg

daar ben ik allang overheen fig

darüber bin ich längst hinweg

zij gooide de bal er overheen

sie warf den Ball hinüber

daar groeit hij wel overheen fig

darüber kommt er schon hinweg

over dat verdriet is hij nooit heen gekomen fig

über jenen Kummer ist er nicht hinweggekommen

ik trok er een trui overheen

ich zog mir einen Pulli über

4. overheen (langs de oppervlakte):

overheen

über

er een doek overheen halen

mit einem Tuch darüber wischen

hij liep er snel overheen

er ging schnell darüber

5. overheen (verder dan een grens):

overheen

über

twee jaar zijn er overheen gegaan

zwei Jahre sind (darüber) vergangen

ergens overheen lezen/praten

über etw acc hinweglesen/hinwegreden

Usage examples with overheen

ergens luchtig overheen lopen fig

(flüchtig [o. leicht] ) über etw acc hinweggehen

ergens overheen lezen/praten

über etw acc hinweglesen/hinwegreden

ergens overheen groeien fig

über etw acc hinwegkommen

zijn benen hingen daar overheen

seine Beine hingen darüber

er een doek overheen halen

mit einem Tuch darüber wischen

hij liep er snel overheen

er ging schnell darüber

daar ben ik allang overheen fig

darüber bin ich längst hinweg

daar groeit hij wel overheen fig

darüber kommt er schon hinweg

wij zullen er maar overheen stappen (er niet (meer) over praten)

wir wollen das mal übergehen

zij gooide de bal er overheen

sie warf den Ball hinüber

ik trok er een trui overheen

ich zog mir einen Pulli über

twee jaar zijn er overheen gegaan

zwei Jahre sind (darüber) vergangen

een tafel met een kleed er overheen

ein Tisch mit einer Decke darüber