Translations for „kroegbazin“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

kroeg·baas <kroeg|bazen> [kruɣbas] N m

kroegbaas

Wirt m

kroegbaas

Kneipenwirt m

kroegbaas

Schankwirt m veraltet

kot·ba·zin N f

kotbazin feminine form of kotbaas

See also kotbaas

kot·baas <kot|bazen> [kɔdbas] N m Belg

kotbaas

Zimmervermieter m

kroe·zen <kroesde, h. gekroesd> [kruzə(n)] VB intr

kroezen

kraus sein

kroezen

(sich) kräuseln

kroezen

sich krausen

kroe·zig ADJ

kroezig → kroes²

See also kroes , kroes

kroes² [krus] ADJ

kroes

kraus

kroes

ringelig

kroes

gekräuselt

kroes¹ <kroezen> [krus] N m

1. kroes (drinkbeker):

kroes

Becher m

kroes

Trinkbecher m

2. kroes (vuurvast vat):

kroes

Tiegel m

kroes

Schmelztiegel m

krom·groei·en <groeide krom, i. kromgegroeid> [krɔmɣrujə(n)] VB intr

kromgroeien

schief wachsen

kromgroeien (bij mens)

sich verkrümmen

kromgroeien (bij mens)

verkrümmen

een kromgegroeid mannetje

ein verwachsenes Männlein

kroeg·lo·per <kroegloper|s> [kruxlopər] N m

kroegloper

Kneipenbruder m

kroes·haar <kroes|haren> [krushar] N nt

kroeshaar

krause(s) Haar nt

kroeshaar

Kraushaar selten pl

kroeshaar

Wollhaar selten pl

kroeg <kroeg|en> [krux] N f

kroeg

Kneipe f

kroeg

Wirtschaft f

kroeg

Pinte f

de kroegen aflopen

eine Zechtour machen

ver·ba·zing [vərbazɪŋ] N f geen pl

verbazing

Staunen nt

verbazing

Erstaunen nt

tot ieders verbazing

zum Erstaunen aller

tot mijn stomme verbazing

zu meinem großen Erstaunen

van de ene verbazing in de andere vallen

aus dem Staunen nicht (mehr) herauskommen

dat wekte verbazing

das rief Erstaunen hervor

ba·zin <bazin|nen> [bazɪn] N f

1. bazin (vrouw des huizes):

bazin

Herrin f

2. bazin (cheffin, eigenares):

bazin

Chefin f

bazin

Besitzerin f

bazin

Inhaberin f

3. bazin (eigenaar van een huisdier):

bazin

Frauchen nt inf