Translations for „overgeven“ in the Dutch » German Dictionary

over·ge·ven¹ <gaf zich over, h. zich overgegeven> [ovərɣevə(n)] VB wk ww zich overgeven

1. overgeven (capituleren):

overgeven

sich ergeben

de stad gaf zich over

die Stadt ergab sich

2. overgeven (zich wijden aan):

overgeven

sich hingeben

zich aan de liefde overgeven

sich der Liebe hingeben

3. overgeven (verslaafd raken aan):

overgeven

sich ergeben

zich aan de drank overgeven

sich dem Alkohol ergeben

over·ge·ven² <gaf over, h. overgegeven> [ovərɣevə(n)] VB trans (aan iem anders geven)

overgeven

übergeben

ik heb haar de brief zelf overgegeven

ich habe ihr den Brief selbst übergeben

een advocaat de zaak overgeven

die Sache einem Anwalt übergeben

over·ge·ven³ <gaf over, h. overgegeven> [ovərɣevə(n)] VB intr (braken)

overgeven

sich übergeben

Usage examples with overgeven

zich aan wellust overgeven

sich der Wollust ergeben form

een advocaat de zaak overgeven

die Sache einem Anwalt übergeben

zich aan de liefde overgeven

sich der Liebe hingeben

zich aan de drank overgeven

sich dem Alkohol ergeben