Dutch » German

Translations for „scoren“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

sco·ren <scoorde, h. gescoord> [skorə(n)] VB trans

1. scoren ((punten) behalen):

scoren
een doelpunt scoren
de gelijkmaker scoren
hoog scoren
punten scoren in een debat fig

2. scoren (heroïne gebruiken):

scoren

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski