Dutch » German

Translations for „uitschrijven“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

uit·schrij·ven <schreef uit, h. uitgeschreven> [œytsxrɛivə(n)] VB trans

1. uitschrijven (op schrift uitwerken):

uitschrijven

2. uitschrijven:

uitschrijven (bekendmaken)
uitschrijven (vergadering)
uitschrijven (prijsvraag)
een plaats/wedstrijd uitschrijven

3. uitschrijven (schrappen uit een register):

uitschrijven
zich laten uitschrijven (als student)
zich laten uitschrijven uit Oldenzaal

4. uitschrijven (invullen, ondertekenen):

uitschrijven
uitschrijven
een cheque uitschrijven

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski