Translations for „uitschuiven“ in the Dutch » German Dictionary

uit·schui·ven <schoof uit, h. uitgeschoven> [œytsxœyvə(n)] VB trans

1. uitschuiven (naar buiten schuiven):

uitschuiven

herausziehen

2. uitschuiven (door uit elkaar te schuiven vergroten):

uitschuiven

ausziehen