Dutch » German

Translations for „verleggen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ver·leg·gen <verlegde, h. verlegd> [vərlɛɣə(n)] VB trans

1. verleggen (anders leggen):

verleggen

2. verleggen (elders leggen):

verleggen
verleggen
het accent verleggen
de grenzen verleggen
een kabel verleggen

Usage examples with verleggen

het accent verleggen
de grenzen verleggen
een kabel verleggen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski