Translations for „bolderen“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈWil·de·rer(in) <Wilderers, Wilderer> [ˈvɪldərɐ] N m(f)

Wilderer(in)

stroper(stroopster) m (f)

co·ˈdie·ren [koˈdiːrən] VB trans

codieren

coderen

do·ˈzie·ren [doˈ͜tsiːrən] VB intr

1. dozieren:

dozieren

doceren

über deutsche Literatur dozieren

colleges geven over Duitse literatuur

2. dozieren pej:

dozieren

schoolmeesteren

ko·ˈpie·ren [koˈpiːrən] VB trans

1. kopieren (Abzüge machen, pausen):

kopieren PHOTO, CINE

kopiëren

2. kopieren (Doppel herstellen):

kopieren

fotokopiëren

mo·ˈkie·ren [moˈkiːrən] VB refl liter

mokieren

zich vrolijk maken

mokieren

de gek [o. draak] steken

mo·ˈnie·ren [moˈniːrən] VB trans

monieren

aanmerkingen maken op

monieren

berispen

no·ˈtie·ren² [noˈtiːrən] VB trans

1. notieren (aufschreiben):

notieren

noteren

notieren

opschrijven

(sich) die Vorgänge nicht notieren

geen nota [o. notitie] nemen van wat er gebeurt

2. notieren ECON (ermitteln):

notieren

noteren

sym·bo·li·ˈsie·ren² [zʏmboliˈziːrən] VB refl

symbolisieren

gesymboliseerd worden

mo·de·ˈrie·ren [modeˈriːrən] VB trans

moderieren RADIO, TV

presenteren

ˈBol·zen <Bolzens, Bolzen> [ˈbɔl͜tsn̩] N m

1. Bolzen TECH:

Bolzen

bout

2. Bolzen (Geschoss):

Bolzen

pijl

Bo·ˈli·vi·en <Boliviens> [boˈliːvi̯ən] N nt kein pl

Bolivien

Bolivia

da·ˈtie·ren² [daˈtiːrən] VB trans

1. datieren:

datieren

dateren

datieren

dagtekenen

2. datieren:

datieren

dateren

datieren

de tijd van ontstaan bepalen

di·ˈnie·ren [diˈniːrən] VB intr

dinieren

dineren

fi·ˈxie·ren² [fɪˈksiːrən] VB refl

1. fixieren PSYCH (festlegen):

fixieren

zich (emotioneel) binden

an [o. auf ] etw/jdn fixiert sein

op iets/iem gefixeerd zijn

an [o. auf ] etw/jdn fixiert sein

aan iets/iem emotioneel gebonden zijn

2. fixieren liter CH (anstarren):

fixieren

aanstaren

ka·ˈpie·ren [kaˈpiːrən] VB trans inf

kapieren

snappen

kapieren

doorhebben

lä·ˈdie·ren [lɛˈdiːrən] VB trans

lädieren

havenen

lädieren

toetakelen

la·ˈvie·ren¹ [laˈviːrən] VB trans ART

lavieren

laveren

lavieren

wassen

le·ˈgie·ren [leˈgiːrən] VB trans

1. legieren (Metall):

legieren

legeren

legieren

alliëren

2. legieren (Suppe):

legieren

binden

legieren

verdikken

ne·ˈgie·ren [neˈgiːrən] VB trans liter a. LING

negieren

negeren

negieren

ontkennen