Translations for „Afrika“ in the Dutch » German Dictionary

Afri·ka [afrika] N nt geen pl

Afrika

Afrika nt

Noord-Afri·ka [nortafrika] N nt geen pl

Noord-Afrika

Nordafrika nt

Zuid-Afri·ka [zœytafrika] N nt geen pl

Zuid-Afrika

Südafrika nt

Usage examples with Afrika

de binnenlanden van Afrika

das Binnenland von Afrika

hij heeft jaren in Afrika rondgereisd

er ist jahrelang in Afrika herumgereist

wij voeren om de punt van Afrika heen

wir fuhren um den äußersten Zipfel Afrikas