Dutch » German

Translations for „Elses“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

Show summary of all matches

fel·sen: verb
el·ders: adverb
els: noun
el·pee: noun
stel·sel: noun
jas·ses: interjection
vul·sel: noun
el·lips: noun

You are viewing results spelled similarly: elders , felsen , elpee , els , stelsel , ellips , vulsel and jasses

fel·sen <felste, h. gefelst> [fɛlsə(n)] VB trans

el·ders [ɛldərs] ADV

elders (plaats)

elders (plaats)

elders (plaats)

anderwärtig form

elders (plaats)

anderweitig form

elders (richting)

elders (richting)

nergens elders

nergens elders

nirgendwo sonst

overal elders

els¹ <elzen> [ɛls] N f (gebogen priem)

els

Ahle f

el·pee <elpee|s> [ɛlpe] N m

LP f

stel·sel <stelsel|s> [stɛlsəl] N nt

1. stelsel (samenstel van delen):

System nt

Netz nt

een stelsel van onderaardse gangen

ein System [o. Netz] von unterirdischen Gängen

2. stelsel (systeem, indeling):

System nt

het monetair stelsel

das Währungssystem

het tientallig stelsel

das Dezimalsystem

het tientallig stelsel

das Zehnersystem

3. stelsel (geheel van opvattingen, regels):

System nt

Netz nt

Gefüge nt

Gebäude nt form

het koloniaal stelsel

die Kolonialherrschaft

het koloniaal stelsel

der Kolonialismus

een staatkundig/parlementair stelsel

eine staatliche Organisation/ein parlamentarisches System

het stelsel van de wetenschap

das Gebäude der Wissenschaft

het stelsel van de sociale zekerheid

das Sozialwesen

het stelsel van de sociale zekerheid

das Netz sozialer Sicherungen

jas·ses [jɑsəs] INTERJ

bah

vul·sel <vulsel|s> [vʏlsəl] N nt

vulsel (bij vlees, worst)

Füllsel nt

el·lips <ellips|en> [ɛlɪps] N f

Ellipse f

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski