Translations for „Kompetenzen“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

com·pe·tent <competente, competenter, competentst> [kɔmpətɛnt] ADJ

competent

kompetent

hij is daartoe niet competent

dafür ist er nicht kompetent

de competente portie van een erfgenaam

der Pflichtteil eines Erben

com·pe·ten·tie <competentie|s> [kɔmpətɛnsi] N f

competentie

Kompetenz f

competentie (gebied)

Zuständigkeitsbereich m

dat behoort niet tot mijn competentie

das liegt außerhalb meiner Kompetenz

haar competentie op het gebied van het procesrecht

ihre Kompetenz in Sachen Prozessrecht

trom·pet·te·ren VB trans

trompetteren → trompetten

See also trompetten

trom·pet·ten <trompette, h. getrompet> [trɔmpɛtə(n)] VB trans ook fig dierk.

trompetten

trompeten

trom·pet·ten <trompette, h. getrompet> [trɔmpɛtə(n)] VB trans ook fig dierk.

trompetten

trompeten

com·pe·ti·tie <competitie|s> [kɔmpəti(t)si] N f

1. competitie SPORTS:

competitie

Spielsaison f

2. competitie (concurrentie):

competitie

Wettbewerb m