Translations for „Noord-Brabant“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

Noord-Bra·bants [nordbrabɑnts] ADJ

Noord-Brabants

nordbrabantisch

noor·der·zon [nordərzɔn] N f geen pl

met de noorderzon vertrekken

bei Nacht und Nebel verschwinden

noor·der·licht [nordərlɪxt] N nt geen pl

noorderlicht

Nordlicht nt

noorderlicht

Polarlicht nt

noord·waarts¹ [nortwarts] ADJ (naar het noorden gericht)

noordwaarts

nördlich

noord·west [nortwɛst] ADJ

noordwest

nordwestlich

noord·oost [nortost] ADJ

noordoost

nordöstlich

noor·den·wind <noordenwind|en> [nordə(n)wɪnt] N m

noordenwind

Nordwind m

noord·oos·ten [nortostə(n)] N nt geen pl

noordoosten

Nordosten m

noord·wes·ten [nortwɛstə(n)] N nt geen pl

noordwesten

Nordwesten m

noor·der·breed·te [nordərbretə] N f geen pl

noorderbreedte

nördliche Breite f

Noord-Ko·re·aans [nɔːrdkɔreaːns] ADJ

Noord-Koreaans

nordkoreanisch