Translations for „Ramschwaren“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

gram·schap [ɣrɑmsxɑp] N f geen pl

gramschap

Grimm m form

gramschap

Ingrimm m form

rond·wa·ren <waarde rond, h. rondgewaard> [rɔntwarə(n)] VB intr

1. rondwaren (spoken):

rondwaren

spuken

rondwaren

umgehen

2. rondwaren (omdwalen):

rondwaren

geistern

rondwaren

umhergeistern

rondwaren

herumgeistern

kam·ga·ren <kamgaren|s> [kɑmɣarə(n)] N nt

kamgaren

Kammgarn nt

na·sta·ren <staarde na, h. nagestaard> [nastarə(n)] VB trans

nastaren

nachstarren +dat

aan·sta·ren <staarde aan, h. aangestaard> [anstarə(n)] VB trans

aanstaren

anstarren