Dutch » German

Translations for „rand“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

rand <rand|en> [rɑnt] N m

2. rand:

rand (versiering)
Rand m
rand (geweven rand)
Borte f
rand (geweven rand)

3. rand (omlijsting):

rand
Rand m
rand
Kante f
rand
Rahmen m
die Bett-/Tischkante
een scherpe rand

4. rand (m.b.t. een holte, diepte):

rand
Rand m
aan de rand van het graf (staan) fig
op de rand van de ondergang fig
tot de rand gevuld

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski