Translations for „Tränenschleier“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

tran·che·ren <trancheerde, h. getrancheerd> [trɑnʃerə(n)] VB trans ((voor)snijden)

trancheren

tran(s)chieren

trans·cen·de·ren <transcendeerde, h. getranscendeerd> [trɑnsɛnderə(n)] VB trans

transcenderen

transzendieren form

trans·fer <transfer|s> [trɑnsfʏːr, trɑnsfɛːr] N nt of m

transfer

Transfer m

trans·ac·tie <transactie|s, transac|tiën> [trɑnsɑksi] N f (handelsovereenkomst)

transactie

Transaktion f

transactie

Geschäft nt

financiële transacties

Finanzgeschäfte pl

financiële transacties

Geldgeschäfte pl

trans·fu·sie <transfusie|s> [trɑnsfyzi] N f

transfusie

Transfusion f

transfusie

Bluttransfusion f

tran·si·tief¹ <transitieven> [trɑnzitif] N nt taalk.

transitief

Transitiv nt

transitief

Transitivum nt

tran·cheer·mes <trancheermes|sen> [trɑnʃermɛs] N nt

trancheermes

Tran(s)chiermesser nt

trans·fe·re·ren <transfereerde, h. getransfereerd> [trɑnsfererə(n)] VB trans

transfereren

transferieren

trans·mis·sie <transmissie|s> [trɑnsmɪsi] N f

transmissie

Transmission f

tran·spi·re·ren <transpireerde, h. getranspireerd> [trɑnspirerə(n)] VB intr

transpireren

transpirieren form

transpireren

schwitzen

trans·ves·tiet <transvestiet|en> [trɑnsfɛstit] N m

transvestiet

Transvestit m

tran·quil·li·zer <tranquillizer|s> [trɛŋkilɑjzər] N m

tranquillizer

Tranquilizer m