Translations for „Zeiterscheinung“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

on·der·schei·ding <onderscheiding|en> [ɔndərsxɛidɪŋ] N f

1. onderscheiding (decoratie):

onderscheiding

Auszeichnung f

een onderscheiding verlenen/ontvangen

eine Auszeichnung verleihen/empfangen

2. onderscheiding (achting):

onderscheiding

Achtung f

onderscheiding

Respekt m

3. onderscheiding (blijk, bewijs van voorkeur):

onderscheiding

Auszeichnung f

onderscheiding

Ehre f

een vererende onderscheiding

eine ehrenvolle Auszeichnung

4. onderscheiding (het maken van onderscheid):

onderscheiding

Unterscheidung f

ver·schei·den¹ [vərsxɛidə(n)] ADJ

verscheiden

verschieden

on·der·schei·den³ <onderscheidde zich, h. zich onderscheiden> [ɔndərsxɛidə(n)] VB wk ww

onderscheiden (gekenmerkt worden)

sich unterscheiden

onderscheiden (uitblinken)

sich auszeichnen

onderscheiden (uitblinken)

sich hervortun

zich boven anderen onderscheiden

sich vor anderen auszeichnen

zich door iets onderscheiden

sich durch etw auszeichnen

zich in wiskunde onderscheiden

sich in Mathematik dat hervortun