Dutch » German

Translations for „aanmaken“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

aan·ma·ken <maakte aan, h. aangemaakt> [amakə(n)] VB trans

1. aanmaken (vervaardigen):

aanmaken
onderdelen aanmaken

2. aanmaken (toebereiden):

aanmaken
iets met water aanmaken
sla aanmaken
wijn aanmaken

3. aanmaken (doen branden):

aanmaken
een vuur aanmaken

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski