Dutch » German

Translations for „aanlopen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

aan·lo·pen1 <liep aan, h. aangelopen> [anlopə(n)] VB trans (binnenlopen en afmeren)

aanlopen
een haven aanlopen

aan·lo·pen2 <liep aan, i. aangelopen> [anlopə(n)] VB intr

2. aanlopen (in zijn loop gestuit worden):

aanlopen

3. aanlopen (op zich laten wachten):

aanlopen

4. aanlopen (genoemde kleur krijgen):

aanlopen
paars aanlopen

5. aanlopen (zich haasten met lopen):

aanlopen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski