Translations for „ambtenaar“ in the Dutch » German Dictionary

amb·te·naar <ambte|naren, ambtenaar|s> [ɑmtənar] N m

ambtenaar

Beamte(r) m

bosbouwkundig ambtenaar

Forstbeamte(r)

burgerlijk [o. civiel ] ambtenaar

Zivilbeamte(r)

ambtenaar in vaste dienst

Beamte(r) auf Lebenszeit

ambtenaar in tijdelijke dienst

Beamte(r) auf Zeit

ambtenaar bij het Openbaar Ministerie

Beamte(r) bei der Staatsanwaltschaft

ambtenaar van de gerechtelijke politie

Kriminalbeamte(r)

rechterlijk ambtenaar

Gerichtsbeamte(r)

rechterlijk ambtenaar

Justizbeamte(r)

de rechtspositie van de ambtenaar

das Beamtenverhältnis

ambtenaar van de burgerlijke stand

Standesbeamte(r)

ambtenaar van de veiligheidsdienst

Sicherheitsbeamte(r)

Usage examples with ambtenaar

rechterlijk ambtenaar

Gerichtsbeamte(r)

bosbouwkundig ambtenaar

Forstbeamte(r)

ambtenaar in vaste dienst

Beamte(r) auf Lebenszeit

ambtenaar in tijdelijke dienst

Beamte(r) auf Zeit

ambtenaar van de veiligheidsdienst

Sicherheitsbeamte(r)

een rustend ambtenaar

ein Beamter a. D. (außer Dienst)

een onbekwaam ambtenaar

ein unfähiger Beamter

de betrokken ambtenaar

der betreffende Beamte

de ambtenaar schorsen

den Beamten (vom Dienst) suspendieren

ambtenaar in rijksdienst

Beamter im Staatsdienst

een ambtenaar herplaatsen

einen Beamten wieder einsetzen

burgerlijk [o. civiel ] ambtenaar

Zivilbeamte(r)

ambtenaar bij het Openbaar Ministerie

Beamte(r) bei der Staatsanwaltschaft

ambtenaar van de gerechtelijke politie

Kriminalbeamte(r)

de rechtspositie van de ambtenaar

das Beamtenverhältnis

ambtenaar van de burgerlijke stand

Standesbeamte(r)

waar is die ambtenaar gestationeerd?

wo ist der Beamte eingesetzt?

de (ter zake) bevoegde ambtenaar

der zuständige Beamte