Dutch » German

Translations for „borrelen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

bor·re·len <borrelde, h. geborreld> [bɔrələ(n)] VB intr

1. borrelen:

borrelen (vloeistoffen)
borrelen (kokend)
borrelen (dampend)
het water staat te borrelen

2. borrelen (borrels drinken):

borrelen

3. borrelen (bobbelend naar boven komen):

borrelen

4. borrelen fig (opstijgen):

borrelen
borrelen

Usage examples with borrelen

het water staat te borrelen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski