Dutch » German

Translations for „element“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ele·ment <element|en> [eləmɛnt] N nt

1. element:

element bouww., scheik., wisk.
Element nt
het natte element

2. element (vormend (hoofd)bestanddeel):

element
Element nt
element
in zijn element zijn

3. element (weersomstandigheden) pl:

element
element

4. element (een pick-up):

element
element

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski