Translations for „herschwingen“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

her·scho·ling [hɛrsxolɪŋ] N f geen pl

herscholing

Umschulung f

her·scho·len <herschoolde, h. herschoold> [hɛrsxolə(n)] VB trans

herscholen

umschulen

iem tot monteur herscholen

jdn zum Monteur umschulen

her·schep·pen <herschiep, h. herschapen> [hɛrsxɛpə(n)] VB trans

herscheppen

umgestalten

herscheppen

verwandeln

her·schik·king <herschikking|en> [hɛrsxɪkɪŋ] N f

herschikking

Neuordnung f

be·dwin·gen <bedwong, h. bedwongen> [bədwɪŋə(n)] VB trans

1. bedwingen (onderdrukken):

bedwingen

bezwingen

2. bedwingen (in bedwang houden):

bedwingen

bezwingen

bedwingen

bändigen

zijn lachen niet kunnen bedwingen

das Lachen nicht unterdrücken können

zichzelf bedwingen

sich bezwingen [o. beherrschen]