Translations for „heuveltje“ in the Dutch » German Dictionary

du·vel·tje <duveltje|s> [dyvəlcə] N nt

als een duveltje-uit-een-doosje

wie der Teufel

als een duveltje-uit-een-doosje

wie ein geölter Blitz

heu·ve·lig ADJ

heuvelig → heuvelachtig

See also heuvelachtig

heu·vel·ach·tig [høvəlɑxtəx] ADJ

heuvelachtig

hüg(e)lig

heu·vel·rug <heuvelrug|gen> [høvəlrʏx] N m

1. heuvelrug (bovenrand van een heuvel):

heuvelrug

Hügelkamm m

2. heuvelrug (heuvelrand):

heuvelrug

Höhenzug m

en·kel·tje <enkeltje|s> [ɛŋkəlcə] N nt

enkeltje

einfache Fahrt f

enkeltje

einfache Fahrkarte f

han·del·tje [hɑndəlcə] N nt geen pl

1. handeltje (het verhandelen):

handeltje

kleine(r) Handel m

zijn slinkse handeltjes

seine krummen Touren inf a. pej

2. handeltje (goederen):

handeltje

Kram m inf pej

zijn handeltje bijeenpakken

seine Siebensachen packen inf

heu·vel <heuvel|s, heuvel|en> [høvəl] N m

heuvel

Hügel m

heuvel (hoogte)

Anhöhe f

tegen een heuvel op fietsen

einen Hügel hinaufradeln

aanwerpen vanaf de heuvel SPORTS

vom Wurfmal anwerfen

heu·vel·rand N m

heuvelrand → heuvelrug

See also heuvelrug

heu·vel·rug <heuvelrug|gen> [høvəlrʏx] N m

1. heuvelrug (bovenrand van een heuvel):

heuvelrug

Hügelkamm m

2. heuvelrug (heuvelrand):

heuvelrug

Höhenzug m

drup·pel·tje <druppeltje|s> N nt

druppeltje

Tröpfchen nt

bier·vilt·je <bierviltje|s> [birvɪlcə] N nt

bierviltje

Bierdeckel m

bierviltje

Bieruntersatz m