Dutch » German

Translations for „inspreken“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

in·spre·ken <sprak in, h. ingesproken> [ɪnsprekə(n)] VB trans

1. inspreken:

inspreken (inboezemen)
inspreken (moed, hoop)

2. inspreken (spreken in):

inspreken
sprechen auf +acc
inspreken
een geluidsband inspreken
iets op een bandje inspreken

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski