Translations for „kennisontwikkeling“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

ont·wik·ke·ling <ontwikkeling|en> [ɔntwɪkəlɪŋ] N f

1. ontwikkeling (groei, wasdom):

ontwikkeling

Entwicklung f

tot ontwikkeling komen

sich entwickeln

tot ontwikkeling komen

heranwachsen

2. ontwikkeling (het teweegbrengen):

ontwikkeling

Entwicklung f

3. ontwikkeling (het ontwerpen):

ontwikkeling

Entwicklung f

ontwikkeling

Entwerfen nt

4. ontwikkeling (het kundig zijn):

ontwikkeling

Bildung f

ontwikkeling

Ausbildung f

algemene ontwikkeling

Allgemeinbildung

5. ontwikkeling foto.:

ontwikkeling

Entwicklung f

6. ontwikkeling (gebeurtenis):

ontwikkeling

Entwicklung f

taal·ont·wik·ke·ling [talɔntwɪkəlɪŋ] N f geen pl

1. taalontwikkeling (persoon):

taalontwikkeling

sprachliche Entwicklung f

2. taalontwikkeling (de taal):

taalontwikkeling

Sprachentwicklung f

ken·nis·ne·ming [kɛnɪsnemɪŋ] N f geen pl

kennisneming

Kenntnisnahme f

na kennisneming van de brief

nach Kenntnisnahme des Briefes

ken·nis·ge·ving <kennisgeving|en> [kɛnɪsxevɪŋ] N f

1. kennisgeving (mededeling):

kennisgeving

Bekanntgabe f

kennisgeving

Bekanntmachung f

iets voor kennisgeving aannemen

etw zur Kenntnis nehmen

2. kennisgeving:

kennisgeving (geschrift: particulier)

Anzeige f

kennisgeving (geschrift: officieel)

Bekanntgabe f

kennisgeving (geschrift: officieel)

Bekanntmachung f

ken·nis·ma·king <kennismaking|en> [kɛnɪsmakɪŋ] N f

kennismaking

Bekanntschaft f

ver·wik·ke·ling <verwikkeling|en> [vərwɪkəlɪŋ] N f

verwikkeling

Verwicklung f

ont·wik·ke·len¹ <ontwikkelde zich, h. zich ontwikkeld> [ɔntwɪkələ(n)] VB wk ww

ontwikkelen zich ontwikkelen (tot volle wasdom komen):

ontwikkelen

sich entfalten

ontwikkelen

sich (voll) entwickeln

ontwikkelen

heranwachsen

ontwikkelen

heranreifen

zich tot een kunstenaar ontwikkelen

zum Künstler heranreifen

on·ont·wik·keld [ɔnɔntwɪkəlt] ADJ

1. onontwikkeld (niet economisch ontwikkeld):

onontwikkeld

unterentwickelt

2. onontwikkeld:

onontwikkeld (onkundig)

ungebildet

onontwikkeld (onkundig)

unzivilisiert

onontwikkeld (opleiding)

unausgebildet

on·der·ont·wik·keld [ɔndərɔntwɪkəlt] ADJ

onderontwikkeld

unterentwickelt

uit·wij·ke·ling <uitwijkeling|en> [œytwɛikəlɪŋ] N m Belg

uitwijkeling

Emigrant m

uitwijkeling

Auswanderer m