Dutch » German

Translations for „kleppen“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

klep·pen <klepte, h. geklept> [klɛpə(n)] VB intr

2. kleppen (kort geluid):

kleppen

3. kleppen (babbelen):

kleppen

4. kleppen:

kleppen (klok)
kleppen (met lichte klank)
bimmeln inf

Usage examples with kleppen

er staat een deur te kleppen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski