Translations for „kweekvlees“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

kweek·vij·ver <kweekvijver|s> [kwekfɛivər] N m

1. kweekvijver (letterlijk):

kweekvijver

Fischteich m

2. kweekvijver:

kweekvijver fig

Wiege f

kweekvijver pej

Brutstätte f

kweek·plaats <kweekplaats|en> [kwekplats] N f

1. kweekplaats:

kweekplaats (kwekerij: tuinbouw)

Gartenbaubetrieb m

kweekplaats (kwekerij: tuinbouw)

Gärtnereibetrieb m

kweekplaats (kwekerij: dieren, planten)

Zuchtstätte f

2. kweekplaats fig (onderzoeks-, opleidingscentrum):

kweekplaats

Heimstätte f

3. kweekplaats (broeinest):

kweekplaats fig pej

Brutstätte f

rook·vlees [rokfles] N nt geen pl

rookvlees

Rauchfleisch nt

rookvlees

Räucherfleisch nt

kalfs·vlees [kɑlfsfles] N nt geen pl

kalfsvlees

Kalbfleisch nt

pe·kel·vlees [pekəlvles] N nt geen pl

pekelvlees

Pökelfleisch nt

kweek·bak <kweekbak|ken> [kweɡbɑk] N m

kweekbak

Frühbeet nt

kweekbak

Frühbeetkasten m

zit·vlees [zɪtfles]

geen zitvlees hebben

kein Sitzfleisch haben inf

lams·vlees [lɑmsfles] N nt geen pl

lamsvlees

Lammfleisch nt

rund·vlees [rʏntfles] N nt geen pl

rundvlees

Rindfleisch nt

rundvlees

Rind nt

gebraden rundvlees

Rinderbraten m

so·ja·vlees [sojavles] N nt geen pl

sojavlees

Sojafleisch nt

tand·vlees [tɑntfles] N nt geen pl

tandvlees

Zahnfleisch nt

hij loopt op zijn tandvlees fig

er geht (nur noch) auf dem Zahnfleisch inf

paar·den·vlees [pardə(n)vles] N nt geen pl

paardenvlees

Pferdefleisch nt

var·kens·vlees [vɑrkənsfles] N nt geen pl

varkensvlees

Schweinefleisch nt

scha·pen·vlees [sxapə(n)vles] N nt geen pl

schapenvlees (van schaap)

Schaffleisch nt

schapenvlees (van hamel)

Hammelfleisch nt

schapenvlees (gebraden)

Hammelbraten m

Ne·pa·lees¹ <Nepa|lezen> [nepɑles] N m

Nepalees

Nepalese m

Ben·ga·lees² [bɛŋxaleːs] ADJ

Bengalees

bangladeschisch

kweek [kwek] N m geen pl

kweek plantk.

Anbau m

kweek dierk., plantk.

Züchtung f

kweek dierk., plantk.

Zucht f