Translations for „natuurlijk“ in the Dutch » German Dictionary

na·tuur·lijk <natuurlijke, natuurlijker, natuurlijkst> [natyrlək] ADJ

natuurlijk

natürlich

natuurlijk (vanzelfsprekend)

selbstverständlich

een natuurlijke dood sterven

eines natürlichen Todes sterben

natuurlijke erfgenamen

leibliche Erben pl

natuurlijke geneesmiddelen

Naturheilmittel nt

natuurlijke getallen

natürliche Zahlen pl

alsof het de natuurlijkste zaak van de wereld was

mit der größten Selbstverständlichkeit

Usage examples with natuurlijk

natuurlijk monopolie

natürliche(s) Monopol nt

natuurlijk verloop

natürliche Fluktuation f

een natuurlijk gebrek

ein angeborener Fehler