Translations for „nekwervels“ in the Dutch » German Dictionary

ver·wer·ven <verwierf, h. verworven> [vərwɛrvə(n)] VB trans

verwerven

erwerben

zich iets verwerven

etw erwerben

wer·vel <wervel|s> [wɛrvəl] N m

wervel

Wirbel m

ge·kweb·bel [ɣəkwɛbəl] N nt geen pl

gekwebbel

Geschwätz nt pej

gekwebbel

Geschnatter nt inf

wer·ve·len <wervelde, h. gewerveld> [wɛrvələ(n)] VB intr

wervelen

(herum)wirbeln

hals·wer·vel <halswervel|s> [hɑlswɛrvəl] N m

halswervel

Halswirbel m

oer·ver·ve·lend [urvərvelənt] ADJ inf

oervervelend

stinklangweilig

oervervelend

todlangweilig

aan·wer·ven <wierf aan, h. aangeworven> [anwɛrvə(n)] VB trans

aanwerven

anwerben

aanwerven scheepv.

anheuern

om·zwer·ven <zwierf om, h. omgezworven> [ɔmzwɛrvə(n)] VB intr

omzwerven

sich umhertreiben

omzwerven

umherschweifen

omzwerven

herumschweifen

ge·kwe·ten VB

gekweten volt. deelw. van kwijten

See also kwijten

kwij·ten <kweet zich, h. zich gekweten> [kwɛitə(n)] VB wk ww

kwijten zich kwijten (vervullen):

kwijten

sich entledigen +gen

zich van zijn taak kwijten

sich seiner Aufgabe entledigen