Dutch » German

pi·a·no·les <pianoles|sen> [pijanolɛs] N f

tip·toets <tiptoets|en> [tɪptuts] N m

Ci·to-toets <Cito-toets|en> [sitotuts] N m

pi·a·no·con·cert <pianoconcert|en> [pijanokɔnsɛrt] N nt

pi·a·no·spe·len [pijanospelə(n)] VB alleen inf.

school·toets <schooltoets|en> [sxoltuts] N m

pi·a·no·le·ra·res N f

pianolerares feminine form of pianoleraar

See also pianoleraar

pi·a·no·le·raar <pianoleraar|s> [pijanolerar] N m

pi·a·no·stem·mer <pianostemmer|s> [pijanostɛmər] N m

pi·a·nis·te N f

pianiste feminine form of pianist

See also pianist

pi·a·nist <pianist|en> [pijanɪst] N m

druk·toets <druktoets|en> [drʏktuts] N m

en·ter·toets <entertoets|en> [ɛntərtuts] N m

pi·a·no <piano|'s> [pijano] N f

kib·boets <kibboets|en> [kibuts] N m

post·koets <postkoets|en> [pɔstkuts] N f

vies·poets N m

viespoets → viespeuk

See also viespeuk

vies·peuk <viespeuk|en> [vispøk] N m

draag·koets N f

draagkoets → draagstoel

See also draagstoel

draag·stoel <draagstoel|en> [draxstul] N m


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski