Translations for „plaatsing“ in the Dutch » German Dictionary

plaat·sing <plaatsing|en> [platsɪŋ] N f

1. plaatsing (op de juiste plaats zetten):

plaatsing

Aufstellung f

de plaatsing in een inrichting

die Einweisung in eine Anstalt

de plaatsing van kruisraketten

die Stationierung von Marschflugkörpern

de plaatsing van een wasautomaat

das Aufstellen einer Waschmaschine

2. plaatsing (het opnemen in de krant):

plaatsing

Aufnahme f

3. plaatsing SPORTS:

plaatsing (klassering)

Platzierung f

plaatsing (kwalificatie)

Platzierung f

plaatsing (kwalificatie)

Qualifizierung f

Usage examples with plaatsing

de plaatsing van kruisraketten

die Stationierung von Marschflugkörpern

de plaatsing in een inrichting

die Einweisung in eine Anstalt

de plaatsing van een wasautomaat

das Aufstellen einer Waschmaschine

een manifestatie tegen de plaatsing van kernwapens

eine Kundgebung gegen die Stationierung von Atomwaffen