Dutch » German

Translations for „presenteren“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

pre·sen·te·ren <presenteerde, h. gepresenteerd> [prezɛnterə(n)] VB trans

1. presenteren (voorstellen):

presenteren
presenteren
de nieuwe collecties presenteren

2. presenteren:

presenteren (aanbieden)
presenteren (wissel, rekening)
gebak presenteren
iem de rekening presenteren ook fig

3. presenteren (doen voorkomen):

presenteren
iets als antiek presenteren

4. presenteren:

presenteren (als presentator optreden bij, van) TV, RADIO
presenteren (als conferencier)
een tv-show presenteren

5. presenteren mil.:

presenteren
het geweer presenteren

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski