Dutch » German

Translations for „tering“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

te·ring <tering|en> [terɪŋ] N f

1. tering (uitgaven voor levensonderhoud):

tering
men moet de tering naar de nering zetten prov

2. tering (vorm van tuberculose):

tering
krijg de tering!
du kannst mich mal! pej

Usage examples with tering

krijg de tering!
men moet de tering naar de nering zetten prov

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski