Translations for „uitoefenen“ in the Dutch » German Dictionary

uit·oe·fe·nen <oefende uit, h. uitgeoefend> [œytufənə(n)] VB trans

1. uitoefenen:

uitoefenen (bedrijven)

ausüben

uitoefenen (ambacht)

betreiben

een beroep uitoefenen

einem Beruf nachgehen

toezicht op iets uitoefenen

etw beaufsichtigen

2. uitoefenen:

uitoefenen (laten gelden)

ausüben

uitoefenen (kritiek)

üben an +dat

invloed uitoefenen op iets/iem

etw/jdn beeinflussen

een recht uitoefenen form

von seinem Recht Gebrauch machen

een recht uitoefenen form

sein Recht geltend machen

Usage examples with uitoefenen

macht uitoefenen

Macht ausüben

bestuur uitoefenen

die Leitung haben

terreur uitoefenen

Terror ausüben

pressie op iem uitoefenen

Druck auf jdn ausüben

toezicht op iets uitoefenen

etw beaufsichtigen

druk uitoefenen op iem

auf jdn Druck ausüben

dwang op iem (uit)oefenen

Zwang auf jdn ausüben

een beroep uitoefenen

einem Beruf nachgehen

zijn bedrijf uitoefenen

seinem Erwerb nachgeben

een recht uitoefenen form

von seinem Recht Gebrauch machen

invloed uitoefenen op iets/iem

etw/jdn beeinflussen