Translations for „verandering“ in the Dutch » German Dictionary

ver·an·de·ring <verandering|en> [vərɑndərɪŋ] N f

1. verandering:

verandering (het veranderen, wijziging)

Änderung f

verandering (het veranderen, wijziging)

Veränderung f

verandering (een beetje)

Abänderung f

een verandering aanbrengen/ondergaan

eine Änderung vornehmen/erfahren

2. verandering (afwisseling):

verandering

Abwechslung f

van verandering houden

die Abwechslung lieben

voor de verandering

zur Abwechslung

verandering van spijs doet eten prov

Abwechslung macht Appetit

Usage examples with verandering

een grote verandering teweegbrengen

eine große Veränderung bewirken

een verandering ten goede

eine Wendung zum Besseren

vooruitzicht op spoedige verandering

Aussicht auf eine baldige Änderung

een verandering aanbrengen/ondergaan

eine Änderung vornehmen/erfahren

van verandering houden

die Abwechslung lieben

voor de verandering

zur Abwechslung

een geleidelijke verandering

eine langsame Änderung

verandering van spijs doet eten prov

Abwechslung macht Appetit

alles is aan verandering onderhevig

alles ist dem Wandel unterworfen