Dutch » German

Translations for „verpleging“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ver·ple·ging [vərpleɣɪŋ] N f geen pl

1. verpleging (het verplegen, verpleegd worden):

verpleging
Pflege f

2. verpleging (ziekenzorg):

verpleging
zij gaat in de verpleging

Usage examples with verpleging

zij gaat in de verpleging

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski