Dutch » German

Translations for „vibreren“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

vi·bre·ren <vibreerde, h. gevibreerd> [vibrerə(n)] VB intr

1. vibreren (trillen):

vibreren
vibreren

2. vibreren muz.:

vibreren (zingen)
vibreren (zingen)
vibreren (met vibrato spelen)

3. vibreren (vervuld zijn van inwendige spanning):

vibreren
vibreren

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski