Dutch » German

Translations for „voorhebben“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

voor·heb·ben <had voor, h. voorgehad> [vorhɛbə(n)] VB trans

1. voorhebben (voor het lijf hebben):

voorhebben
voorhebben
een schort voorhebben

2. voorhebben (tegenover zich hebben):

voorhebben
vor sich dat haben
de verkeerde voorhebben

3. voorhebben (als voordeel hebben):

voorhebben
veel op iem voorhebben

4. voorhebben (van plan zijn):

voorhebben
het goed met iem voorhebben

Usage examples with voorhebben

veel op iem voorhebben
een schort voorhebben
de verkeerde voorhebben
het goed met iem voorhebben

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski